Rotterdam: Bergse Voorplas

Rotterdam, Prinsenmolenpad; De Prinsenmolen uit 1648 (foto: René Hoeflaak)

Augustus 2011: volgens de koptekst van mijn weblog schrijf ik over van alles, van dichtbij en van ver. Daar is weinig tegen in te brengen. Voor zover ik weet schreef ik nog niet eerder over een molen, brouwerij het IJ in Amsterdam daargelaten. Dat is op zich al een prestatie voor wie meer dan wekelijks schrijft over “alles”.  Vandaag is het dan zover. Tegen het middaguur wandel ik in de Rotterdamse deelgemeente Hilligersberg over de grasdijk  langs de Rotte en zie ik de wieken van de Prinsenmolen al van ver. Eénmaal bij de molen lees ik  op een informatiezuil dat de Prinsenmolen, een Rijksmonument, tussen 1648 en 1966 het water maalde tussen de Bergse en Broekse Polder. De naam van de ophaalbrug die ik een kwartiertje eerder nog overstak is hiermee ook verklaard. De eerste honderd jaar droeg de molen nog de naam van haar voorganger, de Berchse Molen uit 1475, zo lees ik verder. Het waarom van de naamsverandering is niet helemaal zeker. De tekst op het informatiebord maakt voor mij niet duidelijk wat de onzekere factor is. Of de overnachting van Prins Willem III of het bezoek van stadhouder Willem IV in 1747 of het feit dat de naamsverandering het gevolg is van één van de twee gebeurtenissen? Met een onduidelijke routebeschrijving op zak vervolg ik mijn weg en dool ik verder langs de Bergse Voorplas en over de vlonders in het Lage Bergse Bos. De “dolende” middag vol onzekerheden eindigt in Hilligersberg als ik twee uur later op de tram stap, halte – hoe kan het anders- Molenlaan.

Rotterdam, vanochtend, De Berg en Broekse (ophaal)brug tussen de Bergse Rechter Rottekade en het Prinsenmolenpark (foto: René Hoeflaak)

1 replies

  1. PRINSENMOLEN

    Fier staat hij tussen rivier en Bergse Plas,
    behoed door bewaarders der oude schoonheid,
    leeft gezegend voort, stoort zich aan geen tijd.
    Om hem heen bloeien siertuin én wild gewas.

    Beschermend overhuift een bruine jas
    de mulderswoning, vol blijdschap bereid
    te zorgen voor eenden van edelheid,
    koninkjes over klein, beschut moeras.

    Vier molenwieken rusten tevreden;
    uit hen waait verhalende fluistertoon:
    een eeuwenlang arbeidzaam verleden:

    “Rusteloos pompen gaf een karig loon;
    werken met de wond, steeds moedig gestreden.”
    Dit zwoegen schonk Hillegersberg zijn kroon.

    Like

Plaats een reactie