Gisteren; We zijn op visite in Kattendijke (550 inwoners), op een steenworp afstand van Goes, in het noorden van Zuid-Beveland (kan je het nog volgen? ). Het regent en we kunnen helaas niet van de Zeeuwse buitenlucht genieten. Als het droog wordt, rijden we door het 550 inwoners tellende dorp langs café de Lantaarn. Na het verdwijnen van de laatste bakker, slager etc. staat ook laatste café van Kattendijke in de verkoop.
Over de zeedijk rijden we in oostelijke richting naar Wemeldinge. Het is rustig op de “dijk” . Bij beter en zomers weer is het hier druk met Belgen (die duiken) en Duitsers (die Kitesurfen). Vanaf morgen, 31 mei, is de dijk tijdelijk gesloten in verband met herstel werkzaamheden. In Wemeldinge is meer te beleven dan in Kattendijke. Wemeldinge telt 3.100 inwoners, heeft enkele jachthavens, een boulevard en historische molens. Bij het oude sluiswachtershuisje waken twee kanonnen over een zeemeermin, zo zie ik met eigen ogen.
En dan Yerseke. Yerseke is al eeuwenlang in hoge mate afhankelijk van de oester- en mosselvisserij. In de oesterputten zien we oesteren verwateren, zoals dat heet.
Europese wetgeving en milieubewegingen – in Yerseke milieuclubs genoemd- hebben het leven van de gemiddelde oester- en mosselvanger niet makkelijker gemaakt. Op aanplakbiljetten bij de haven en de oesterputten worden de “milieuclubs” beschuldigd van moord. De sfeer in Yerseke is er één van : “Wij tegen de rest van de wereld”. “Jongeren rijden in Yerseke zonder helm”, horen we later op de middag. En ook in het visrestaurant bij de oesterputten voelen we geen warmte. Er zijn plannen om de oesterputten op te knappen en rondvaarten te organiseren om zo meer toeristen richting Yerseke te trekken.

Standbeeld van de mosselvisser bij de Julianahaven in Yerseke. In 1982 onthuld door Prinses Juliana (foto: René Hoeflaak)
Categorieën:Stad en land