Maandag 18 november 2013, Berkel-Enschot: Kerkeindse Heide (foto: René Hoeflaak)

Begin jaren tachtig negentiende eeuw. Vanuit trappistenklooster Sainte-Marie-du-Mont in Frankrijk wordt monnik Sebastianus Wyart door zijn abt op verkenningstocht naar het buitenland gestuurd om een kloostervriendelijkere plek te vinden voor zijn collega-kloosterlingen. Want sluiting van het Franse trappistenklooster dreigt.  Wyart komt terecht bij een schaapskooi  op de heide in het Nederlandse dorpje  Berkel-Enschot. Vlakbij Tilburg in het hart van Noord-Brabant.  Het landgoed is  voormalig eigendom van Koning Willem II en wordt daarom Koningshoeven genoemd. Dan gaat het snel. Want in maart 1881 wordt in de schaapskooi het nieuwe ‘voorlopige’ klooster geopend.

La Trappe

Berkel-Enschot: Abdij én brouwerij Koningshoeven, bekend van ‘La Trappe’ bier (foto: René Hoeflaak)

Negen jaar later volgt de opening van een nieuw indrukwekkend kloostercomplex, Koningshoeven. In eerste instantie voorzagen de monniken in hun levensonderhoud door het ontginnen van heidegrond. Maar dat levert te weinig op. Op initiatief van monnik  Nivardus Schweykart besluiten ze daarom in 1884 bij de abdij – toen nog die schaapskooi op de heide- een brouwerij te beginnen. Volgens eigen recept. Met water uit eigen bron. En zo ontstaat de eerste en enige Nederlandse Trappistenbrouwerij. De biernaam ‘La Trappe’ wordt in 1980 geïntroduceerd.

Trappistenbrug

Op een windstille en nevelige maandagochtend in november 2013 begin ik aan één van mijn wekelijkse wandelingen.  Dit keer vanaf station Tilburg. Het centrum verlaat ik bij de Piushaven. Over een graspad loop ik verder langs het Wilhelminakanaal. Op de Trappistenbrug maak ik de oversteek naar de Koningshoeven, een asfaltweg die leidt naar de gelijknamige abdij. De Trappistenbrug overbrugt niet alleen het kanaal uit 1919 maar ook twee eeuwwisselingen. Want na een flauw  bochtje voorbij de brug volgt één rechte lange weg door naar de Abdij en Brouwerij.

Maandag 18 november 2013, Berkel-Enschot in Noord-Brabant: Kruisbeeld aan de Eindhovenseweg (foto: René Hoeflaak)

Net als monnik Wyart  133 jaar eerder verken ik het Brabantse land. De brouwerij is nog gesloten. De parkeerplaats verlaten. Eigenlijk maar goed ook. Want bier op maandagochtend smaakt niet, zo spreek ik mijzelf toe voor de gesloten poorten. De – naar verluidt nog zestien- monniken zijn in gebed of aan het brouwen. Ik los mijn dorst met eigen bronwater en vervolg mijn weg door de bossen van de Kerkeindse Heide rondom de brouwerij. Want bossen en maandagochtend. Dat smaakt naar meer.