U heeft geen vogels gezien. Bedankt!

Ging mijn vorige blog nog over de burgeroorlog in Syrië en de bedreiging voor mens,  kunst en cultuur. Vandaag ‘behandel’ ik een ander probleem. Van een andere orde en dichter bij huis. Namelijk die van het afnemend aantal spreeuwen in Nederland.  Wandelend door het Nederlandse platte en minder platte land, was het mij niet eens zo zeer opgevallen. Maar de sturnus vulgari- de Latijnse naam voor de spreeuw- neemt in aantal af. En niet zo’n beetje ook. Ons land telt veertig procent minder spreeuwen in vergelijking met de jaren tachtig, zo meldt SOVON, de Stichting Vogelonderzoek Nederland. De oorzaak is niet bekend. Daarom is 2014 tot jaar van de Spreeuw uitgeroepen . In juli en oktober gaat de Stichting bij twee spreeuwenzwermen slaapplaatstellingen organiseren. SOVON werkt aan speciale software om te tellen en een mobiele app om die  vervolgens in te voeren.  Daarnaast organiseert het tussen mei en half juli speciale tellingen van jonge uitvliegende spreeuwen.  Met speciale herkenningskaarten om jonge en oude spreeuwen uit elkaar te houden.

De spreeuw (foto; boerenbusiness.nl)

De spreeuw (foto; www.boerenbusiness.nl)

Hoe kom ik op dit onderwerp? 

Wel, in december meldde ik mij aan voor de jaarlijkse tuin- en balkonvogeltelling 2014. Waarom niet? Volgens sommigen het toppunt van verveling, luxe en welvaart. Daar zit wat in, maar als er één moment is waarin maatschappelijk nut en zondagse nutteloosheid samenkomen,  dan is het wel met de jaarlijkse vogeltelling. En zo schuif ik op 19 januari in een lichte staat van opwinding mijn eetkamerstoel richting mijn raam. Een half uur lang tuur ik met een eveneens licht verhoogde hartslag een half uur lang over mijn balkon. Want volgens de spelregels tellen ook balkontellingen mee. Als vuurtorenlicht over de nachtelijke Waddenzee draaien mijn ogen van oost naar west en rechts naar links. Klaar om te turven. Pen in de aanslag. In mijn  hand een papier met de vijfentwintig meest voorkomende huis-, tuin-, en keukenvogels. Wachtend op de eerste vogel die land mijn landgoed binnentreedt. Vliegende vogels tellen niet mee, aldus de spelregels. Ik wacht vijf minuten, tien, vijftien. Tevergeefs. Geen vogel. Tijdrekken is niet mogelijk. De klok tikt door. Een meeuw vliegt over, een ekster kiest een ander balkon. Na dertig minuten is de eindstand NUL streepjes. Frits van Turenhout op zondagochtend dus.

Geen vogels 

Teleurgesteld zend ik mijn resultaat naar de vogelbescherming, de organisator van de Tuinvogeltelling. ZERO POINTS. Dit is wat het is!!  Ik word per omgaande mail bedankt. ‘

Hartelijk dank voor uw deelname aan de Nationale Tuinvogeltelling 2014! Samen met duizenden anderen heeft u meegedaan aan belangrijk onderzoek naar de tuinvogelstand in Nederland. Dit is uw persoonlijke Tuinvogeltelling Helaas, u heeft geen vogels gezien.’

Gedesillusioneerd vervolg ik mijn vogelarme zondagmiddag. Een traumatische ervaring rijker. Ik word bedankt!!

Meeuwen genoeg en overal, zoals hier bij de haven van Yerseke op 20 december 2013. (foto: René Hoeflaak)

Meeuwen genoeg en overal, zoals hier bij de haven van Yerseke op 20 december 2013. (foto: René Hoeflaak)

Zachte winter

Deze week communiceerde de Vogelbescherming in een persbericht de definitieve uitslag.  De mus staat op  nummer één, maar door het zachte weer bleven veel vogels in het bos, zo is te lezen in het persbericht. Een pleister op de spreekwoordelijke wond. Want zo voelt mijn nulscore nog steeds, ook na drie weken. ‘Het zachte weer had duidelijk invloed op de telling. Er werden dit jaar beduidend minder vogels in de tuinen gezien dan in voorgaande jaren. Dit komt vooral doordat de bosvogels in het bos bleven. Deze winter is daar nog voldoende voedsel te vinden.’ aldus het bericht. En zo zakte het gemiddeld aantal pimpelmezen per tuin en balkon in 2014 met 0,2  naar 1,6 pimpelmees. TVTOok het aantal koolmezen daalde. Het bericht gaat verder ’ Dit jaar zag u gemiddeld 2,6 koolmezen en 1,6 pimpelmezen. Ook de merels, boomklevers en vinken waren minder aanwezig in de tuinen. Vorig jaar zagen we gemiddeld ruim 2,65 merels in de tuin, dit jaar 1,76. Echte tuinvogels, zoals de huismus, werden evenveel gezien als vorig jaar (gemiddeld 3,9 per tuin). Van de spreeuw, de soort van het jaar, werden ook opvallender minder exemplaren genoteerd, gemiddeld 0,7 per tuin. Blijkbaar trok ook de spreeuw minder tuinen in.’ Over balkons wordt niet gesproken. Maar al had ik maar een halve spreeuw gezien. 0,4 was ook goed. Of 0,1 boomklever of pimpelmees. De zachte winter kan niet kort genoeg meer duren. Het is tijd voor vreemde vogels. Maar niet op mijn balkon!!.

Zwijndrecht, 29 januari 2014: Ekster. Nummer negen op tuinvogeltellinglijst 2014 met 30.938 waarnemingen (foto: René Hoeflaak)

Zwijndrecht, 29 januari 2014: Ekster. Nummer negen op tuinvogeltellinglijst 2014 met 30.938 waarnemingen (foto: René Hoeflaak)

Categorieën:Stad en land

Tagged as: , , ,

1 reply

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s