
10 juni 2016: ven met standbeeld van badende vrouw bij Landgoed De Utrecht onder Esbeek (foto: René Hoeflaak)
Het Brabants dorpje Esbeek telt 1.200 inwoners en ligt hemelsbreed zo’n beetje halverwege Tilburg en het Vlaamse Turnhout. Diep Brabant dus. Niet eens zo lang geleden, in de zomer van 1831, begonnen Noord-Nederlandse troepen in het nabijgelegen Poppel in opdracht van Koning Willem I aan een mars naar het zuiden. Richting Brussel. Met als doel om de Belgische opstand en verdere afscheiding van Nederland te voorkomen.
De Veldtocht duurde tien dagen en bleek een heilloze missie. Bang voor Franse interventie sloten de Nederlandse troepen na die tien dagen een wapenstilstand met de Belgische opstandelingen. De onafhankelijkheid van Belgie was niet meer te stoppen. De tien dagen durende veldtocht ging voor altijd de geschiedenisboeken in als de Tiendaagse Veldtocht.
Reusel
Esbeek een maand geleden. In een alles behalve marstempo verlaten we het dorp over de Oude Trambaan. Want eind negentiende eeuw reed een stoomtram dagelijks van Esbeek naar Poppel. Aan de ander kant van de grens. Startplaats dus van een historische veldtocht. De missie van onze tocht is van een geheel andere orde. Namelijk een wandeling over slingerende paden door natuurgebieden met zoals De Utrecht en de Rovertsche Heide. Maar vooral langs de meanderende beek Reusel.
Koevoirtbrug
Een beek die we midden in een donker bos oversteken via de Koevoirtbrug en dan eigenlijk pas echt tot de verbeelding gaat spreken. De houten brug markeert de voormalige grens tussen de dorpen Mierden en Esbeek. Een grens die in september 1331 schriftelijk werd vastgelegd tussen Hertog Jan van Brabant en Rogier van Leefdael, drossaard van Brabant. Op een maand af 500 jaar voor de Tiendaagse Veldtocht. Een wandeling langs de Reusel voelt als een tocht langs de geschiedenis van de Lage Landen. En dat voelt goed.
Categorieën:Stad en land
Een prachtomgeving!
Zomerse groet,
LikeLike