
30 juni 2012: Akkervelden- vroeger zee- bij Marknesse, gemeente Noordoostpolder. Nu provincie Flevoland -vroeger Overijssel (foto: René Hoeflaak)
1 juli 2012: een karrespoorpad leidt naar de vuurtoren. Even later kijk ik van zeven meter hoogte uit over groene akkervelden. Geen kustlijn te zien. Laat staan water en zee. Zeventig jaar geleden, op 9 september 1942, viel de Noordoostpolder droog. Het Overijsselse Blokzijl verloor haar status als havenstad. Een havenstad die vanuit de ‘vroegere’ Zuiderzee voor grote schepen doorgaans alleen via een smalle vaargeul was te bereiken.
Zuiderzeeschippers
Kleine vuurtorens, lichtpunten eigenlijk, markeerden de geullijn en wezen de toenmalige Zuiderzeeschippers de weg. De laatste Blokzijlse vuurtoren werd in 1906 gebouwd en in 1942 gesloten. Ruim honderd jaar na de bouw ontstond het idee voor het plaatsen van een replica. Op exact dezelfde plek, op het landgoed van onze weekendgastheer Jan Aarnink, één van de initiatiefnemers voor de toren. Met een Europese subsidie van de provincie Overijssel werd het idee realiteit.

Marknesse, 30 juni 2012: De zeven meter hoge “Blokzijlse” vuurtoren aan de Blokzijlseweg. (foto: René Hoeflaak)
De laatste vuurtorenwachter, Cees Klinkert, verrichtte in 2008 de officiële opening. De voormalige vaargeul in de Zuiderzee is nu dus een karrespoor in een weiland in Marknesse. Een dorp dat deel uitmaakt van de gemeente Noordoostpolder in Flevoland. Een spoor dat leidt naar een interessant lichtpunt uit de waterrijke geschiedenis van Nederland. Wandelen op zee. Nederlandser kan niet.
Categorieën:Stad en land