‘Our leader was sitting here’, ‘our leader was a medicine docter’, ‘that is our leader with UN Secretary General Kurt Waldheim’. Met onvoorwaardelijke bewondering en eigenlijk met meer dan dat leidt Altay Sayil ons door de donkere en voormalige ambtswoning van Dr. Fazil Küçük. Vanaf 1997 omgedoopt tot Dr. Fazil Küçük museum en te vinden aan de Kyreniastraat in Lefkosia (Nicosia), Cyprus. De Turkse Republiek van Noord Cyprus wel te verstaan. Maar daarover later veel meer. Een op het eerste oog gesloten éénmans- en huiskamermuseum in een levendige straat in het centrum van de stad. Maar niets is minder waar. Want na enkele serieuze en ferme kloppen op de deur, betreden we samen met onze Bulgaarse taxichauffeur Alex de kamer van Dr. Fazil Küçük, de eerste vice president van De Turkse Republiek van Noord Cyprus.
Vereerd en trots leidt Sayil, bewaker, portier, directeur, suppoost, hoofd bedrijfsvoering van het museum en de vereenzelviging van de onafhankelijke Turkse republiek Noord Cyprus ons langs het bureau, de foto’s, vitrines, onderscheidingen en borstbeelden van Küçük. Küçük wordt in 1906 geboren in Ortakoy op Cyprus, toen nog onderdeel van Groot-Brittannië. Na zijn studie geneeskunde in Londen keert hij terug naar Cyprus en richt hij in 1943 de Associatie van Turkse Minderheden in Cyprus. Een jaar later gevolgd door de oprichting van de Cypriotisch Turkse Nationale Partij (KMTHP). Bij de onafhankelijkheidsbesprekingen tussen Cyprus en Engeland eind jaren vijftig vertegenwoordigt Küçük de Turkse gemeenschap van Cyprus. Op 3 december 1959 wordt Küçük– vooruitlopend op de onafhankelijkheid acht maanden later- onder de Griekse president aartsbisschop Makarios benoemd tot de eerste vice president van het onafhankelijke Cyprus. Een functie die hij bekleedt tot 1973. Küçük overlijdt in januari 1984 in een ziekenhuis in Londen, enkele weken na de officiële oprichting van de Turkse Republiek van Noord-Cyprus. Een staat die uitsluitend wordt erkend door Turkije.

Postzegel met portret van de Cypriotische vice president Fazil Küçük.(bron: http://www.cyprusstamps.com)
Een verdeeld Cyprus
De geschiedenis van Cyprus is er één met twee halve waarheden. Die van het noorden en die van het zuiden. Die van de Turkse en de Griekse Cyprioten. En daarom interessant, roerig, strijdbaar en nog altijd voelbaar en zichtbaar. Maar je moet het wel eerst zien om het begrijpen en andersom. Dus daar gaan we. Zet je schrap.

Noord-Cyprus, 10 september 2014: Goed bewaarde ruïnes van duizend jaar oud Byzantijns kasteel van St. Hilarion (foto: René Hoeflaak)
De zevende, achtste en negende eeuw wordt het eiland gezamenlijk bestuurd door zowel Arabieren als Byzantijnen. Het gezamenlijk leiden van het eiland leidt tot spanningen en uiteindelijk tot oorlog die wordt gewonnen door de Byzantijnen.Kruisvaarders verjagen vervolgens op hun beurt de Byzantijnen. In 1571 veroveren de Ottomanen- kort door de bocht: de vroegere Turken- Cyprus weer van de christelijke kruisvaarders. De kiem voor het ontstaan voor de huidige tweedeling tussen de (christelijke) Griekse en (islamitische) Turkse bevolking is daarmee gelegd. Want als Griekenland onafhankelijk wordt in 1821 nemen de Turken op Cyprus alle Grieken op het eiland gevangen. Door de aanleg van het Suezkanaal halverwege de negentiende eeuw wordt Cyprus in strategisch opzicht interessanter voor grote mogendheden als Engeland. Na de overwinning van de Engelsen op het Ottomaanse rijk valt Cyprus dan ook in Britse handen.

Cyprus, Girne; Cypriotische vlag met standbeeld van Mustafa Kemal Atatürk, de grondlegger van de Turkije (foto: René Hoeflaak)
In 1925 wordt Cyprus officieel toegevoegd aan Groot-Brittannië. De interne spanningen en het oude zeer tussen de Griekse en Turkse bevolkingsgroepen houden echter aan. In de jaren vijftig neemt de onderlinge spanning tussen de Turkse- en Griekse Cyprioten in de vorm van aanslagen en brandstichtingen toe. Gelijktijdig onderhandelen de Britten met zowel Turkije als Griekenland over de onafhankelijkheid van het (verdeeld) Cyprus. Onderhandelingen die uiteindelijk in 1960 leiden tot een ingewikkeld onafhankelijkheidsverdrag waarin de Griekse en Turkse machtsverhoudingen tot in details en op alle niveaus en in procenten wordt vastgelegd en die bovendien voorziet in de stationering van zowel Griekse als Turkse militairen Onwerkbaar. Vragen om moeilijkheden. En die komen er dan ook. Hoe dan ook, het onafhankelijke Cyprus gaat in 1960 van start met de Griekse aartsbisschop Makarios als president en de Turkse Dr. Fazil Küçük als vice-president.Rond de jaarwisseling van 1963 naar 1964 slaat de vlam in de pan. Een dodelijk incident bij een politiecontrole leidt tot hevige rellen tussen Griekse en Turkse Cyprioten in de straten van Nicosia en onderlinge moordpartijen zoals die te zien zijn in het Barbarian Museum in Nicosia.

Cyprus, Lefkosia, Barbarian Museum. In het museum toont de Turkse Republiek Noord Cyprus op subjectieve en weinig subtiele wijze met wrede foto’s de Griekse ‘wandaden en moordpartijen’ van januari 1964 (foto: René Hoeflaak)
Een gewapend treffen tussen op Cyprus gelegerde Griekse en Turkse legereenheden dreigt en wordt op het laatste moment voorkomen omdat het Britse leger ingrijpt door onder meer een scheidslijn dwars door Nicosia en het eiland aan te leggen. Een tweedeling die het eiland tot op de dag van vandaag verdeelt. Maar ondanks de aanwezigheid van de Britten en later een NAVO vredesmacht sleept Cyprus zich van incident naar incident tussen Grieks- en Turks Cyprioten. Als president Makarios bij een door Griekenland geregisseerde staatsgreep in juli 1974 wordt afgezet en de Turkse Cyprioten zich maximaal bedreigd voelen grijpt het Turkse leger in. Er vallen honderden doden.Aan beide zijden.

Karaoğlanoğlu, buitgemaakt Grieks legervoertuig in het Peace and Freedom Museum (foto: René Hoeflaak)

Noord-Cyprus: Militaire begraafplaats bij de kustplaats Karaoğlanoğlu, vernoemd naar kolonel Halil İbrahim Karaoğlanoğlu, die samen met tientallen andere militairen omkwam bij een Grieks bombardement in juli 1974 (foto: René Hoeflaak)
Griekse Cyprioten verlaten hals over kop wijken in steden als Famagusta uit angst voor het Turkse leger. De Griekse wijk in Famagusta ligt er anno 2014 nog steeds zo bij als in de julidagen van 1974. Verlatenen en verwoest. Verboden terrein. Een spookstad. Andersom gebeurt precies hetzelfde. Turkse Cyprioten vluchten naar het noorden. Na een maand komt het tot een wapenstilstand. Een situatie die tot op de dag van vandaag aan de orde is. In 1983 verklaren de Turkse Cyprioten zichzelf onafhankelijk als de Turkse Republiek van Noord-Cyprus. De republiek wordt alleen door Turkije erkend. De banden met Turkije zijn als die tussen broer en zus. Na wederom lange en ingewikkelde onderhandelingen met de EU treedt Cyprus in 2004 toe tot de EU. Als een verdeeld eiland. Dit tot teleurstelling van de EU zelf. Alhoewel de EU Noord-Cyprus niet erkent steunt zij het land en de regio om uiteenlopende motieven met projecten en subsidies zoals op het terrein van toerisme, onderhoud en renovatie van archeologische bouwwerken etc. De geschiedenis en het heden van (Noord) Cyprus. Je moet er even voor gaan zitten. Vier uur en dertig minuten om precies te zijn. Maar dan heb je ook wel wat. Je moet het zien om het te begrijpen.

Noord-Cyprus: Afgesloten en verlaten spookwijk Varosha in Famagusta. De wijk werd in enkele uren verlaten door de Griekse bewoners en wordt al veertig jaar bewaakt door Turkse militairen (foto: René Hoeflaak)
Categorieën:Stad en land
Ik mis in het verhaal wat, uiteraard boze, tongen beweren, dat Turkije het N deel van Cyprus bezette op VS verzoek, nadat het VS kolonelsregime in Griekenland ten val was gebracht, en de VS daarom geen militaire bases meer kon hebben op Grieks gebied.
LikeLike