De treinreis van Parijs naar Bordeaux duurt drie uur en veertien minuten. (Donderdag)avond en (vrijdag)ochtend blijkt te kort voor een bezoek aan de Bordeaux, tijdens de Tweede Wereldoorlog nog kort de hoofdstad van Frankrijk. Neem alleen al de historische binnenstad. Het is moeilijk om je fantasie niet bij ieder steegje, straatje, pleintje, fontein of gevel af te laten dwalen naar twee, drie eeuwen geleden. De binnenstad kent honderden monumenten en drie grote kerken. En dan heb ik het nog niet eens over de Place de la Bourse, de triomfboog Port de de Bourgogne en de brug over de Garonne die zowel in daglicht als ’s avonds indruk maken.
Nee, Bordeaux staat wat mij betreft terecht op werelderfgoedlijst van de UNESCO. Het is lastig kiezen uit de vele knusse en gezellige restaurantjes, kroegen en terrasjes. Het zal bovendien lastig zijn om de smaak van de Boeuf Bourguignon (stoofpot met draadjesvlees) en het aansluitende dessert uit de streek, Profiterale Au Caramele, bij Chez Paulette aan de Rue Saint-Rémi te overtreffen. Bordeaux is zuinig op haar stad. Om het historische aanzicht van haar binnenstad zoveel mogelijk te beschermen en te bewaren rijdt vanaf 2003 een (gedeeltelijk) draadloze tram door de stad door middel van een electrische schaatsrail. Een primeur en unicum. Bordeaux is hier erg trots op. Nee, met een bliksembezoek doen wij Bordeaux en onszelf te kort. Zie ook: http://www.bordeaux-tourisme.com/.
Categorieën:Stad en land