De jazzrock bassist Stanley Clarke wordt wereldwijd nog steeds gezien als een van de meest invloedrijke en grootste muzikanten van de laatste vijftig jaar. Eerder deze week trad 63-jarige Amerikaan met zijn band op in Nederland als onderdeel van een tournee door tien landen in krap veertien dagen.
Voorafgaand aan zijn optreden in een volle Boerderij in Zoetermeer spreken fotograaf Bart Teunis en ik voor onder meer Jazzzine met Clarke en zijn vier jonge bandleden onder wie zijn (stief)dochter Natasha Agrama.
Stanley en Natasha, hoe is het om als vader en dochter met elkaar te toeren? Natasha ‘Het bevalt goed. Het is de eerste keer dat we samen optreden. Ik was al eens eerder mee als zijn persoonlijke assistent en we speelden al samen op verjaardagen en thuis’
Het valt ons sowieso op, Stanley, dat je je omringt met een zeer jonge band. Is dat een bewuste keuze? Stanley ‘Het is op zich niet zo bijzonder. Toen ik achttien was speelde ik ook met veel oudere artiesten als Stan Getz en Art Blakey. Weet je, muzikaal leer je voor je vijftiende het meest. Daarna ga je werken aan je sociale vaardigheden’
Trotse meester
Als een trotse meester popelt Clarke om zijn getalenteerde bandleden voor te stellen en het woord te geven. ‘Ieder bandlid heeft zo zijn eigen verhaal’ zegt Clarke. Drummer Mike (Mitchell, 20 jaar-RH) vond ik op een internetlijst van beste drummers onder de 21 jaar en liet ik naar mijn woonplaats Los Angeles komen om samen te spelen. Beka (Gochiashvilli, 19 jaar, pianist-RH) speelde al op zijn elfde met mijn goede vriend Lenny White en Cameron Graves (keyboards) heb ik leren kennen via Natasha. Cameron begeeft zich al jaren in het clubcircuit in Los Angeles en wordt lokaal gezien als de tien/vijftien beste muzikanten van de stad. In mijn tijd zou hij al lang miljonair zijn. Deze mensen hebben de techniek en het ritme om muziek en een show naar een hoger niveau te tillen’
Je refereert regelmatig naar ‘jouw’ tijd. Wat is het grootste verschil met de huidige muziekwereld? Stanley: ‘Economie en commercie. Neem alleen al de manier waarop muziek wordt gedistribueerd. Vroeger, in mijn tijd dus, was hetgeen op de radio te horen de richtlijn. Nu is dat wel anders. Radio is niet meer zo belangrijk. Muziek komt op allerlei manieren tot je. Via films, internet, video games, noem maar op.
Na de eerdere introductie van de meester zelf, speelt Clarke mijn vraag over ambities graag door aan zijn jonge bandleden. ‘Dertig/veertig jaar geleden zou je op die vraag van iedere artiest hetzelfde antwoord krijgen, namelijk het verkopen van platen en optreden in de Carnegie Hall (concertzaal in New York-RH) maar vraag het de jonge muzikanten in deze kleedkamer en ze zullen je een ander antwoord geven’. En dus wijzig ik de richting van mijn recorder. Mike Mitchell: ‘Mijn ambitie is om mijn omgeving te leren dat er meer is dan je krijgt voorgeschoteld. Niet alleen op muzikaal gebied. Beka Gochiasvilli wil vooral unieke, onderscheidende en herkenbare ‘Beka’ muziek maken. Overal en altijd te herkennen. Cameron Graves is het stelligst en bondigst in zijn antwoord ‘Ik wil mij toeleggen op het maken van filmmuziek. Met filmmuziek kan je pas echt emoties raken’. Tot slot deelt dochter en zangeres Natasha ons in haar ambitie en drijfveer ’Ik ben eigenlijk nog aan het ontdekken waar ik goed in ben. En wat ik ontdek wil ik ook graag delen. In die zin ben ik het met Mike eens.
Je toert al een halve eeuw over de wereld en vooral afwisselend in Amerika en Europa? Is er een verschil in optreden in beide continenten en heb je een voorkeur? ‘Ik zie niet echt verschil. In ieder land zijn enthousiastelingen en minder enthousiastelingen. Zelfs Japan is in dat opzicht niet anders meer. Ik herinner mij nog de optredens in Japan eind jaren zestig. Het beschaafde publiek werd vooraf geïnstrueerd hoe zich te gedragen. Vooral bedeesd. Aan het eind volgde dan altijd een eruptie. Tien jaar later was dat compleet veranderd. Samen met Jeff Beck en Simon Phillips stonden we in uitzinnige volle stadions als Budokan. De muziek was verschrikkelijk en niet om aan te horen maar het stadion ging uit zijn dak. Ik durf te beweren dat Japan nu meer rock- en muziekfans heeft dan bijvoorbeeld de Verenigde Staten’
Stanley, waar laat jij je – na bijna vijftig jaar toeren en platen maken- eigenlijk nog door inspireren? ‘Door het leven. Een maaltijd of een vliegtuig kan mij zomaar inspireren. Ik ben zelf een simpel mens en mensen kunnen mij daarom inspireren. Weet je René, wellicht kan jij mij nog wel inspireren hahaha’.
Daarvoor lijkt de tijd tekort. Het publiek in de Boerderij wacht op de komst van de meesterbassist en zijn band. En de toetjes zijn nog niet op. Morgen wacht de lange busreis naar Stockholm. De Stanley Clarke Band is op 10 juli te zien en te horen op het North Sea Jazz Festival in Rotterdam.
NB: Zowel de recensie van het optreden als dit interview zijn te lezen bij onder meer Jazzzine.
Categorieën:Stad en land
Leuk interview. Mooi dat je gelegenheid hebt om zo’n mensen vanalles te vragen.
LikeLike