Gaan we rechtdoor of linksaf? Halverwege de Tuindersweg in het Drentse Elim kiezen we voor de laatste optie. Dat betekent dat we onze weg vervolgen over de Jan Kielwijk. Waarom weten we niet. Is het omdat we niet weten waar de Jan Kielwijk ons brengt? En vooral wat? Volgens het straatnaambord leidt het pad – een straat kan je de Jan Kielwijk niet noemen- ons langs de huizen met nummers 100 tot en met 104. Maar daarmee is alles gezegd en geschreven. Een wandelaar heeft niets op de Jan Kielwijk te zoeken, zo lijkt het. En twee wandelaars al helemaal niet.
We bereiden ons geestelijk voor. Maar op wat? Op loslopende, blaffende en agressieve honden? Op vreemdelingen? Alert en waakzaam als wijkagenten wandelen we over de Jan Kielwijk richting de tussen bomen en struiken verscholen huizen met nummers 100 tot en met 104 tweehonderd meter verderop. Vanuit een schuur horen we een stem. Een stem zonder gezicht. Een stem die ons zegt dat de straat niet doodloopt en dat we door kunnen lopen. Over het volgende erf springt en sprint een blaffende hond ons na. Zijn boodschap komt overeen met die van zijn buurman een erf eerder, namelijk doorlopen. Dat doen we en vijftig meter na het vierde huis staan we aan de rand van een soort van boomgaard oog in oog met … ja, met wie eigenlijk? Voor ons in ieder geval een vreemdeling. Andersom geldt hetzelfde.
Hoe dan ook, de lichaamstaal van ‘onze’ vreemdeling bevestigt wat we al weten; op de Jan Kielwijk moet je doorlopen. De ‘kunnen’ fase zijn we allang voorbij. Naar de Brugstraat. En ook daar staan we voor een ingrijpende keuze. Links- of rechtsaf? We kiezen voor de laatste optie. Wederom. En wederom weten we niet waarom? De Brugstraat brengt ons naar de Nieuwlandseweg. Niet zo maar een weg. Want op de Nieuwlandseweg wandelen we zo maar en in eens De Krim binnen. Een grensplaats.
De Krim
Want bij De Krim begint Overijssel en verlaten we Drenthe. Bij De Krim denk je aan Florence Nightingale, Poetin, Jalta en de Zwarte Zee. Maar niet aan autobedrijf Snippe of camping de Bourgondiër. En al helemaal niet aan straten met oranje vlaggetjes. In De Krim hebben we eigenlijk niets te zoeken. En in Overijssel al helemaal niet. Althans vandaag niet.
Drenthe in de oorlog
De Krim in Nederland. Hoe het zo ver is gekomen weet eigenlijk niemand? Afgeleid van de grote broer in de Zwarte Zee? Drenthe in de oorlog spreekt over ‘de wilde’ verzetsgroep De Krim, een groep die zich tijdens de Duitse bezettingsjaren afzonderde van de reguliere verzetsbewegingen in Drenthe en Overijssel. Of er en relatie is tussen de verzetsgroep de Krim en het dorpje de Krim is een vraag met een groot vraagteken. En bovendien, er zijn meerdere plaatsen in Nederland die de naam De Krim dragen. Zoals in Friesland, Twente, Groningen, Zeeland en Limburg.
Relatie of niet, de verzetsgroep (lees: knokploeg) De Krim nam volgens ‘Drenthe in de oorlog’ veel risico’s zoals het in brand steken van een de blikfabriek in Hoogeveen. Op 29 juli 1943 overviel de verzetsgroep ‘De Krim’ het gemeentehuis en distributiecentrum van Schoonebeek. Een rampzalige actie want de overvallers schieten de burgemeester, twee ambtenaren dood en een verzetsman overlijdt. Als represaille voor onder meer de acties van De Krim schieten de Duitsers tijdens Aktion Silbertanne een aantal prominente anti-Duitse Nederlanders dood onder wie burgemeesters, een chirurg uit Meppel, een kapelaan uit Groningen, een ziekenhuisdirecteur uit Wageningen en de schrijver A.M. de Jong, bekend van onder meer het boek Merijntje Gijzen.
Elim
We dwalen af. In de Krim en op papier. En dus gaan we terug naar Drenthe, naar Elim. Via de Drentseweg. Tot 1924 heette Elim nog Hollandscheveld-Zuidoost. Op voorspraak van een plaatselijke predikant kreeg het dorp de naam Elim, een verwijzing naar de in de Bijbel genoemde oase in de Sinaïwoestijn. Of dat de doorslaggevende reden voor de naamswijziging was, durf ik niet te zeggen. Wellicht was er ook wel een praktische reden. Want Elim schrijft en praat toch wat makkelijker dan Hollandscheveld-Zuidoost, en plaatsnaam die moeiteloos past in het Groot Dictee der Nederlandse Taal.
Paasvuur
In Elim (gemeente Hoogeveen) zijn de voorbereidingen al weer in volle gang voor de bouw van de grootste paasbult van Drenthe. Mogelijk zelfs die van Nederland. ‘Paasbult?’, hoor ik je vragen. Een paasbult is een verzameling onbewerkt snoeihout dat dienst als brandhout voor het Paasvuur. Wat carnaval is voor Brabant is het Paasvuur voor Elim. De verkiezingsposters zijn al lang weg in Elim, maar niet die van het Paasvuur 2014. Het Paasvuur houdt het Elims vuur brandend. Het gehele jaar door. Jaarlijks ontsteekt Elim op 1e Paasdag om half acht ’s avonds het grootste Paasvuur van Drenthe, herstel Nederland, gevolgd door de ‘Poasparty’ met optredens van regionale artiesten. Via de Pereboomstraat betreden we de Carstensdijk. Dieper in Elim kun je niet geraken. Het kloppend hart van de oase Elim. Met een schoonheidssalon, een loempiakraam en café de Casteleyn, de moeder van alle dorpscafé’s. Een café met een snackhoek, fotolijsten van lokale voetbalelftallen aan de muur, ouderwetse koffie, fruitautomaten bij de deur, houten vloeren en wanden, barkrukken met leuningen, een statafel, pijpjes bier, een biljarttafel, doorschijnende witte gordijnen en een rammelende website. Op het terras van de Casteleyn maken we kennis met het vuur van Elim. Ofwel het echte oaseleven. We nemen de laatste dorpsroddels door met de uitbater, maken kennis met de lokale postbode, bespreken het weer met de man achter de Vietnamese loempia’s en worden vriendelijk toegezwaaid door passerende fietsers en automobilisten. Elim zoals Elim bedoeld is.

De ‘droge’ IJsbaan van IJsvereniging Eendracht in Elim. ‘De IJsbaan is helaas gesloten’ aldus de vereniging op http://www.ijsverenigingeendracht.nl
Categorieën:Stad en land
Eigenlijk best leuk om te lezen.
LikeLike