Mij vielen ze niet eerder op !!! Ze staan immers op onopvallende plekken. Maar vandaag zie ik ze – toevallig of niet- twee keer: De rattengifbakken van de Gemeentereinigingsdienst Rotterdam. Rotterdam telt vierhonderd van die bakken.

Rotterdam; Eén van de vierhonderd rattengifbakken hoek Rontgenstraat/Rosestraat (foto: René Hoeflaak)
De rat is in opmars en trekt van zuid naar noord over ons land en Europa. De trek wordt in Rotterdam aangemoedigd door de vele bouwputten, zo lees ik op diverse nieuwsberichten. Voor de goede orde: We hebben het hier over de bruine rat. Jaarlijks ontvangt de gemeente Rotterdam ongeveer vijfhonderd “ratten” meldingen. Eén gifbak per melding, zo lijkt het. In 2009 berichtte de Telegraaf over een rat in een Rotterdamse WC pot. Omdat ratten houden van (huis)vuil, voedselresten en met name broodresten plaatste de gemeente in 2008 speciale broodcontainers in de oudere wijken.
1850-1950; Armoede en verwaarlozing in Rotterdam.
Onder meer om ratten te bestrijden werd in 1876 de Gemeentereinigingsdienst opgericht. Ratten verspreiden immers dodelijke ziektes als vlektyfus, schurft en pest, om maar wat scheldwoorden te noemen. In 1919 stierven nog 67 Rotterdammers aan vlektyfus. Eigenlijk zijn niet de ratten maar (de beten van) pestvlooien verantwoordelijk voor de verspreiding van ziektes. De pestvlooi gaat in eerste instantie op zoek naar de rat en als er geen ratten meer zijn, dan zoekt de vlo de mens op. Het is niet fijn om door een pestvlo te worden gebeten. Want de kans op builen- of longpest is groot. De incubatietijd is drie dagen. Het is overigens geen toeval dat ik uitgerekend vandaag twee rattenbakken zie. Want uitgerekend deze week lees ik het boek “De groei van de grote werkstad” van P.J. Bouman en W.H. Bouman uit 1952. Het boek gaat over de bevolking van Rotterdam in de periode 1825-1950. Er was veel armoede en het inwoneraantal groeide van 136.000 in 1876 tot 600.000 in 1934, mede door de massale trek vanuit de nog armere dorpen in het land naar de stad. Het boek staat vol met getuigenissen en brieffragmenten van de kleine man in Rotterdam in de negentiende en begin twintigste eeuw. Goude tijden voor de rat maar mindere en armoedige tijden voor de doorsnee Rotterdammer. De leeftijdsverwachting was nauwelijks boven de veertig, 1 op de 3 kinderen stierf in het eerste levensjaar, diverse cholera-epidemieën (aanleiding om begraafplaats Crooswijk op te richten) en geen riolering. Ambtelijke rapporten schrijven over “poelen van ongezondheid”. Bij de volkstelling in 1900 rapporteren ambtenaren over erbarmelijke omstandigheden. Want 124 van de 170 woningen in de straten rondom de Weste-Wagenstraat bleken éénkamerwoningen en te worden bewoond door gemiddeld negen bewoners. Veel Rotterdammers leefden van aardappelen en jenever. Er was bendevorming op straat en veel alcoholisme. De graanprijs daalde na 1880 en zo ook de prijs voor alcohol. Rotterdam telde negenhonderd verkooppunten van sterke drank. Op de Boezemsingel was een school voor “haveloze”kinderen. En zo gaat het boek maar door. Tijden veranderen. Voor de Rotterdamse rat anno 2011 is het maar behelpen. Rotterdam houdt zich nu immers bezig met een reuzenrad van 150 miljoen euro. Ik heb nu nog twee vragen. Waar zijn die 398 andere rattenbakken en wanneer en waar komt die Reuzenrad?

Het moest zo zijn: Uitgerekend deze week haalde ik ook de CD "IV Rattus Norvegicus" van The Stranglers, een klassieker en aanrader uit 1977, uit de kast (bron: http://www.vinylrecords.ch)
Categorieën:Stad en land
Hallo Rene -en dan ook meteen Wim gedag zeggen,
Wat n leuke spontane bier-meet hebben we gehad met elkaar. Hoeveel digitaal er ook is, we hadden je artikel nooit gelezen als daar geen bier-to-bier moment was geweest.
Nu even naar LinkedIn, dan zijn de visitekaartjes vastgelegd!
Groet uit Amsterdam Osdorp (nu nog),
Jan en Carmen
Oooh, vooral nog even benoemen dat je schrijfstijl heerlijk weg leest!!
LikeLike
Inderdaad een klassieker, Rattus Norvegius van the Stranglers.
Drie weken geleden nog akoestische set van the Stranglers gezien in Zaandam.
Ik zie ze toch liever met de volumeknop open.
LikeLike
Je artikel met grote belangstelling gelezen. Goed geschreven en het geeft op uitstekende wijze weer dat al dat nostalgisch en trotse gedoe over Rotterdam als wereldhaven een hele gitzwarte rand vertoont. Zeker als het gaat over de sociale toestanden in de 19e en 20e eeuw, die te vergelijken zijn met wat men tegenwoordig met de term ontwikkelingslanden aanduidt. Ik blijf zeggen dat jouw artikelen over Rotterdam, zeker bij de oudere Rotterdammer, een breed publiek verdient. Zeker als ik de flut verhaaltjes lees in De OUD ROTTERDAMMER, die ook wel gaan over ’vroeger’ maar verder geen diepgang vertonen. Het interesseert mij geen bal dat op de hoek van de Hilledijk vroeger bakker Jansen zat, die zo’n aardige en knappe dochter had. Let wel een blad met een oplage van 120.000. Dat is niet niks. Daar horen goed onderbouwde artikelen in over het ontstaan en de ontwikkeling van die stad. Over de vele generaties die in diepe armoede werden geboren, jarenlang van de kerkelijke bedeling afhankelijk waren en leefden in krotten die het woord huis niet waard waren. Grote kindersterfte naast een leeftijdsverwachting van ten hoogste 60 jaar. Nauwelijks scholing, grote ongeletterdheid (klinkt iets vriendelijker dan analfabetisme) en maar buffelen in de haven als sjouwer van mudzware zakken. Uit ellende verzopen velen hun zuur verdiende centjes. Joh, Rene, ik merk dat ik uit de bocht ga vliegen. Bedankt voor je artikel en succes met je verdere literaire inspanningen en zie deze bijdrage maar als een reactie op je site.
Groeten Lex van Asperen.
LikeLike