Het tourpeloton bedwingt vanmiddag de Noord-Franse kasseien. De Dordtse kasseien neem ik vanochtend voor mijn rekening. Als voormalige en jarenlange inwoner van Papendrecht bezocht ik regelmatig de binnenstad Dordrecht (eeuwen geleden: Thuredrecht) en dan doorgaans ook meer bij nacht dan overdag. Het accent lag hierbij op de lokale horeca. Met het verstrijken van de jaren, wijzigen accenten en prioriteiten. Tenminste bij mij. Dorst maaakt plaats voor culturele honger. En zo wandel ik dus vanochtend door de Dordtse binnenstad met een routebeschrijving van de culturele en historische wandeling “Dordtroute” in mijn handen. Zie ook www.dordt.net. Een ochtend gevel kijken!!. Vanaf het stationsplein loop ik naar de Blindeliedengasthuissteeg. De straat/steeg met de één na laatste straatnaam van Nederland. De langste straatnaam is mij bekend. Weet u het? Hou zouden de Franse bezetters de straatnaam hebben uitgesproken. Te meer ik even later lees, dat ze veel moeite hadden met het uitspreken van straatnaam Sarisgang. De bezoekjes aan het Slingelandthof, Lenghenhof en het Arend Maartenszhof ervaar ik als een regelrechte openbaring.
De hofjes werden vaak bewoond door armlastige burgers. Tot aan 1970 hadden de bewoners van het Slingelandthof nog geen eigen toilet. Uiteraard wandel ik ook door de Hofstraat. Nooit geweten dat Willem van Oranje de Berckepoort heeft bezocht. Maar dat is natuurlijk ook lang geleden.
Het Hof lijkt op het Haagse Binnenhof. Niet zo vreemd want in 1572 vond hier de Eerste Vrije Statenvergadering plaats. De oprichting van de Nederlandse staat. Even verder en later gaat de route verder door het – tot dan toe mij onbekende- Zakkendragerstraatje, het smalste straatje van Dordrecht. Ik ruik een wietlucht.
Zakkendragers hadden ook een eigen gilde. Vaak bezocht ik café de Tijd aan de Voorstraat 170. Nu bekijk ik de gevel. Een vroege gevel, zo leer ik en te zien aan de vierkanten raamomlijstingen. Het pand is eigendom van de stichting Hendrick de Keyser, zoals zoveel oude en historische panden in Dordrecht en Nederland. Zie ook: www.hendrickdekeyser.nl. De geschiedenisles is nog niet voorbij. In de Augustijnenkerk op de Voorstraat blijkt het graf van Albert Cuyp (1620-1691) te liggen. Daar tegenover buk ik onder het Donkere Steiger Huis door. Hier woonde en stierf gravin Helena van Beijeren in 1858 aan liefdesverdriet. Een replicapop zit nog steeds voor het raam. En dan eindelijk de kasseien van de Wijnstraat op. Deze straat was eeuwenlang de belangrijkste straat van Dordt. Welke straat is dat nu? Via de Wijnstraat bezochten koningen, keizers en graven de stad. Niet ver na concertzaal Bibelot is het geboortehuis van Aert de Gelder, gebouwd in 1623. Op de gevel hangt nu het logo van Talisman Reizen. Bij het voormalig wijnpakhuis Bordeaux snap ik, na jaren, waaraan de Wijnstraat haar naam dankt. Dordrecht was in de 14e en 15e eeuw de grootste wijnexportstad van Europa.

Wijnstraat 61-63 Dordrecht. Voormalig wijnpakhuis Bordeaux. Constantijn Huygens dichtte over de Wijnstraat (foto: René Hoeflaak)
Geen wijn kwam Holland binnen zonder Dordrecht te passeren. Bij de Groothoofdpoort en onder de Maagd van Dordrecht drink ik verse Jus.
De wandeling krijgt een andere wending wanneer ik gezelschap krijg van mijn vader en we – niet geheel toevallig- op de Buiten Walevest langs het gebouw van één van zijn eerste werkgevers, Van Bilderbeek en Basters, wandelen. Dit architectenburo maakte destijds naam en faam met de restauratie en wederopbouw van verwoeste en beschadigde kerken. We nemen een kijkje in het kantoor en de tekenkamer. Voor mijn vader een nostalgisch moment, 55 jaar na dato. Met dank aan een vriendelijke Dordtenaar in een Van Persie shirt. En zo zijn we weer terug in de realiteit van 2010. Hup Oranje!!! En intussen valt Frank Schleck over de kasseien.
Categorieën:Stad en land
Wat een prachtstuk. Heb weer wat geschiedenis mogen opslaan.
Dank daarvoor. En ook moie pictures.
Gr.
LikeLike